Vorige week stond ik op de trap, terwijl de leerlingen na de pauze naar boven liepen. Ilay* liep langs en omdat ik hem wat wilde vragen wenkte ik hem. Mijn vingers namen een ongelukkige positie aan toen ik dat deed, ik hoopte dat Ilay dat niet had gezien. Maar helaas. Ilay keek mij aan, stak zijn middelvinger op en liep verder naar boven. ‘Ilay, kom eens, ik wil je wat vragen.’ Met een rood hoofd liep hij naar mij toe. ‘Stak je nou je middelvinger naar mij op?!’ vroeg ik. ‘Ja, ik dacht dat u dat ook deed.’ Ik lachte.
Inmiddels vraag mij toch af wat hij had gedacht als ik hem daarna niet meer had geroepen en hij dus naar huis was gegaan met het idee dat ik mijn middelvinger naar hem had opgestoken…
* Deze naam is gefingeerd.